Visserijdagen

De “Visserijvereniging Workum” organiseert de “Visserijweek”. Een week lang wordt er met schepen zoals jollen, botters, aken en schouwen op traditionele wijze gevist en worden deze technieken van oudsher onderhouden en toegepast. Voor het schip met de grootste besomming wacht er aan het einde van de week een zilveren breilepel.

Belangrijkste doel voor de meeste vissers is om tijdens de Visserijdagen van Workum een zo mooi mogelijke week te hebben. Zeilen en vissen zoals dat in grootmoeders tijd ging. Zeilen en uitproberen waar al die vissen zitten. En ze dan ook nog vangen, natuurlijk.

“Vissen vangen. Hopen we…”

Het doel van een visser kan zijn om de oh zo begeerde zilveren brijlepel te winnen; de ereprijs voor de beste visserman van de week, in alle opzichten. Een ander doel kan zijn, om uitverkoren te worden tot het best verzorgde schip. Een zo traditioneel mogelijk uiterlijk is dan van belang. De winnaar van deze categorie krijgt een vaarboom. En natuurlijk droomt iedere visserman van het vangen van een kanjer van een vis. Dat levert de kanjerprijs op. De spleetprijs wordt tijdens de algemene ledenvergadering uitgereikt, door de spleetprijswinnaar van het jaar daarvoor. Deze prijs is bestemd voor diegene die zich volgens dat persoon buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor de vereniging.

Het hoort er allemaal bij

Belangrijkste doel voor de meeste vissers is om tijdens de Visserijdagen van Workum een zo mooi mogelijke week te hebben. Met maximaal vier koppen een schitterende week hebben. Geen motorminuten, zeilen, jagen, bomen, kenteren, roeien, gepruts met haken en aas, de netjes klaren, sterke drank en schorre kelen – het hoort er allemaal bij.

Toenemende spanning

De week ervoor lopen de schepen langzaam de havenkom van Workum binnen. De rij vissermannen dijt langzaam uit. Rond de vistent van Freddie Hoekstra, bij de Merk, en op tal van andere plaatsen waar de gelegenheids-visserlui zich ophouden, wordt de spanning merkbaar en groeit de geruchtenstroom.“Er is geen spiering, en de snoekbaars laat het ook afweten. Rode baars kan je het beste vangen met de hengel, maar dat mag niet. En verdorie: geen paling vangen dit jaar!”

Bemanning onherkenbaar

Op zaterdag komt de rest van de schepen binnen. Opvallend is dat de bemanning van de schepen onherkenbaar is veranderd. In het dagelijks leven vaak keurige burgers, nu uitgedost in vodden, met klompen eronder. Oliegoed en hoeden of petten. Verdere voorbereiding: al een paar dagen niet geschoren en gewassen. En behalve je visuitrusting ervoor zorgen dat je berenburger aan boord hebt. Met vereende krachten kleden we samen de haven aan.

 

Keurmeester gunstig stemmen

Op zondag heerst er gezellige drukte op de haven: vele toeschouwers, kraampjes, zang. Maar dat is niet de drukte voor de visserman. Nee, die heeft andere drukte. Zorgen dat het schip top is voor de keuring. Alles aan boord en de bemanning goed geïnstrueerd? De schippers keuren elkaars schepen op originaliteit, veiligheid, uitrusting en visnamigheid. De Weduwe Joustra speelt in dit spel een belangrijke rol. De bemanning probeert de keurmeester gunstig te stemmen door deze Weduwe in al haar kruidigheid aan te bieden, de keurmeester neemt haar gulzig aan en gaat toch gewoon zijn eigen gang. Na de keuring volgt het uitreiken van de beug. Zijn de netjes eenmaal aan boord, dan worden ze nog even overgehaald en wordt er hier en daar nog een gaatje geboet of een hoekwantje geknoopt. Zo rommelt men de middag door: bezoekje bij collega-visser, kletsje op de kant, harinkje bij René.

Opschieten, wegwezen jullie!

Het duurt nog tot maandagmiddag voor we weg mogen. Nog even dit nakijken, nog even dat en oh ja de jaaglijn moet in orde… Maar toch vooral het grote wachten. Wat duurt die bobo-borrel toch weer lang en wanneer houdt dat zingen nou eens op?!
Het startschot voor de stronters valt. Opschieten, Oprotten jullie! En eindelijk, eindelijk valt ons schot. We mogen los, en dat doet iedereen dan ook trouw zodat het een plezante chaos wordt. Het publiek amuseert zich en de vissermannen zwoegen. Heb je een jaagploegje op de kant dan heb je mazzel. Zo niet, dan moet de bemanning er aan geloven. En als het bezeild is, dan is het voor iedereen een feestje.

Serene rust keert weer

Eenmaal op het IJsselmeer keert een serene rust over het schip en haar bemanning. Het schip koerst naar de plek waar alle vissen in het IJsselmeer komende avond zullen verzamelen. Hopen we. Daar schieten we onze netten. Dan een haven aandoen of blijven we op zee? Dat ligt vaak aan het weer, en aan de verwachte gezelligheid in die haven. Al etend of borrelend voelt zo af en toe iemand een gigantische snoekbaars in de netten zwemmen. Hopen we.

Het wekkertje gaat

Vijf uur dinsdagmorgen gaat het wekkertje. Twee mensen staan moeizaam op, hullen zich in het oliegoed en roeien naar het hoekwant. Joon binnen en halen maar. Eerste haak niks, dan schele pos, dan weer niks. Vierde haak een botje, maar helaas ondermaats dus voor het diner… en dan dat heerlijke gevoel: dat trekken aan de lijn. Hij of zij wil zich niet gewonnen geven maar wordt onverbiddelijk naar de oppervlakte getrokken. Blazend wordt de paling binnengehaald. Twee blije mensen in een bootje op het IJsselmeer. Half zes gaan de andere twee uit hun kooi. Thee, koffie, eieren moeten klaargemaakt. Het geklots van een roeibootje nadert het moederschip, gelach en euforie vult de lucht: de vangst is mooi. Hopen we.

Koers naar de netten

Dan wordt er koers gezet naar de netten. Het eerste bovenwindse joontje wordt gespot. De kenterschoot hangt klaar, boven het joontje gaat de fok naar beneden, puntje zwaard en de kenterschoot doorgehaald, langzaam drijft het schip dwars uit naar de joon. Aan lei wordt de joon uit het water gehaald en omgelopen naar loef. Het halen, met een lus onder het schip door, begint. De stuurman z’n ogen gericht op de benedenwindse joon maar ook vaak net als alle andere ogen op het binnen te halen net. Blei, blei, blei, rode baars, blei, het is altijd maar weer afwachten.

 

Klaren van de netten

Tijdens het klaren van de netten enthousiasme of zwijgzaamheid, afhankelijk van het behaalde resultaat, en bedenken waar de netten weer te schieten. Het klaren moet snel, want netten boven water vissen niet. Alles klaar en wanneer de vangst goed was meteen weer schieten. Anders eerst naar een nieuwe stek varen om daar de netten aan de IJsselmeerbodem toe te vertrouwen.

In porties op de leugenbank

Woensdagmorgen is stress: de vis moet ’s morgens in zes porties in Workum op de leugenbank in Workum zijn aangevoerd. Vanaf 11.00 uur is het rond de leugenbank een gezellige drukte. De maximaal zes porties vis per schip worden door Doede Bleeker bekeken, gewogen en goed- of afgekeurd. Dan om 12.30 uur vertrekt de karavaan naar de Merk, alwaar Doede de vis per afslag aan de mensen brengt. Een gezellige samenscholing van mensen rondom een kar met bewegende plastic zakken. Pas echter wel op, even zwaaien naar een kennis of uitgebreid uitrekken kan betekenen dat je vast zit aan een dure portie vis! Door de vele particuliere kopers zijn de prijzen meestal goed.
De visserlui keren terug naar hun schepen en gaan weer snel vissen. Netten halen, netten klaren en netten zetten. En mooi zeilen tussendoor. Het blijft een prachtig spelletje, waarbij je het schip op steeds weer een andere manier leert kennen.

Laatste avond

Vrijdagavond is de laatste avond en een heel speciale avond. De meeste schepen zijn dan te vinden in de Hylper haven. Iedereen probeert z’n laatste geluksschotje alhier. Morgenvroeg snel netten halen en zorgen dat je voor half elf de zes porties aangeleverd hebt, anders moet je de vis onverbiddelijk zelf op eten en kan je de zo begeerde brijlepel wel vergeten…
Op de Hylper haven is het druk. De visserlui blazen hun avonturen van de afgelopen week behoorlijk op tot heldendaden. Na het eten en uitbuiken klotsen de klompen richting café de Brabander, waar Aagje ‘het zingende zaagje’ haar orale kunsten ten gehore zal brengen. De visserlui laten het gouden vocht der brouwmeesters rijkelijk vloeien en onkiese liedjes overstemmen Aagje regelmatig. Kortom, het is feest en iedereen is jarig, elke nieuweling wordt uitbundig gefeliciteerd als hij of zij dan ook maar een rondje geeft.

Bij het krieken

Zaterdag… Bij het krieken van de ochtend is er toch alweer volop beweging. De schepen gaan uit om te kijken of ook de IJsselmeervis een kater heeft. Netten binnen en dan zo snel mogelijk naar Workum. Daar worden opnieuw de porties voor de afslag gemaakt, gewogen en gekeurd door Doede en de walbemanning. De visserlui ogen vrolijk en met veel praat, maar ook is vermoeidheid en spanning op hun gezichten te lezen. De afslag gebeurt snel nadat de vis is ingeleverd en Doede maakt er weer een prachtige show van. Dit keer op Séburch, op de leugenbank bij de havenkom.
Als de laatste vis verkocht is begint voor de vissers het lange wachten. De walkapiteins zijn druk doende om alle uitslagen te combineren: de keuring van de schepen, de motorminuten, de koppen bemanning, de opbrengst, de grootste vis en nog wat dingen samen moeten resulteren in een klassement. En snel graag, want de vissers zijn moe en hebben vaak nog een lange reis te gaan.

 

De ratel gaat

Zodra alles uitgerekend is, gaat de ratel en drommen de vissers bijeen in de loods van De Hoop. De voorzitter, evalueert de week en leest het eindklassement voor. De smaakvolle Weduwe wordt dit keer door de gemeente aangeboden; de visserlui nippen vol spanning aan het glaasje. De kanjerprijs, de prijs voor het best verzorgde schip en natuurlijk de zilveren brijlepel worden onder applaus bekend gemaakt. De walkapiteins hebben voor alle deelnemers nog een presentje en een verhaaltje, liefst om ze een leuke loer te draaien.

Na een week is het ineens stil

Dan vertrekken de schepen, terug naar hun thuishavens. Een vreemde rust valt er over de havenkom. Na een week is het ineens stil. Workum gaat zich opmaken voor de winter.